Toelichting zorgsituatie

Om de zorg van de patiënt zo goed mogelijk vorm te geven wordt er verschillende verpleegkundige zorg gegeven. Dit op basis van het opgestelde zorgplan.

  • Aandacht voor gevoelens en uitspraken. Regelmatig de tijd nemen om met de patiënt in gesprek te gaan.
  • Activeren tot wassen/aankleden.
  • Stimuleren tot mobiliseren.
  • Sondevoeding: continue toediening stand 93. Vanwege de aanhoudende slechte voedingstoestand van dhr. is besloten sondevoeding toe te dienen om het herstel te bevorderen. 
  • Wondzorg stuit en hielen.
  • Incontinentiemateriaal.
  • VAC op 125 mmHg, de VAC wordt op dinsdag en vrijdag gewisseld.
  • Oriëntatiehulpmiddelen bij de patiënt plaatsen. Zoals persoonlijke foto’s, klok, kalender en een “U bent in het (locatie)” poster.
  • De DOS-score moet 3x dd worden bijgehouden.
  • De waterlowscore wordt wekelijks geëvalueerd.
  • Aandacht voor de mantelzorg van de patiënt en navraag over hoe zij de situatie inschatten. 

 

Bij deze patiënt moeten meerdere disciplines in consult worden gevraagd:

  • Geriater in verband met delirant beeld.
  • Psychiater in verband met het delier. Deze kan beoordelen in welke mate het delier de wilsbekwaamheid van de patiënt beïnvloedt en kan medicatie voorschrijven. Daarnaast kan deze het delier monitoren. 
  • Neuroloog in verband met verdenking van postanoxische schade. De neuroloog kan beoordelen of er schade in de hersenen is door de reanimatie. Dit door beeldvormend onderzoek. 
  • Diëtist in verband met de slechte voedingstoestand.
  • Liaison-vpk in verband met uiteindelijke overplaatsing naar revalidatie.
  • Fysiotherapeut in verband met het stimuleren tot mobiliseren. 

Zelfzorgfuncties worden benaderd door de patiënt te activeren en te stimuleren. Deze worden niet van hem overgenomen. Dhr. is namelijk prima in staat om deze zelf uit te voeren, het probleem is de verwardheid en hierdoor het onvermogen om zelf te kunnen bedenken wat er moet gebeuren.

Het belangrijkste in deze casus is om gehoor te geven aan de gevoelens van de patiënt. Daardoor is het ook belangrijk om de geriater, psychiater en neuroloog in consult te hebben. Tevens is het belangrijk, zo niet belangrijker, dat de verpleegkundige de tijd neemt om met de patiënt in gesprek te gaan en te observeren. De verpleegkundige is vaker in contact met de patiënt en kan deze daardoor beter beoordelen. Hierna komt de ondersteuning bij zelfzorg en overige verpleegtechnische zorg aan bod. Ook de behandelend arts moet in gesprek gaan met de patiënt, deze gaat namelijk over de medische behandeling van dhr. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb